Binnenvaart

Jonge charterschipper stelt alles in het teken van zijn schip

Jerke van As was vier jaar geleden net eigenaar van de driemastklipper Nil Desperandum, toen corona toesloeg. Zijn financiële situatie leek wanhopig, maar indachtig de naam van zijn schip liet hij de moed niet zakken.

Met zijn 24 jaar behoort Van As tot de jongste generatie schippers op de bruine vloot. Hij is actief lid van branchevereniging BBZ en laat zich horen als er zaken aan de orde komen die hem aangaan. Dat moet ook wel, want de Nil Desperandum is zijn leven. Afgelopen winter investeerde hij zelfs 70.000 euro extra in de ‘Nil’. Samen met vriendin Merle vaart hij het water dun. Dit seizoen voor het laatst samen, want Merle wil aan de wal gaan werken, als meubelmaker en scheepsinterieurontwerper. Ze rondt dit jaar haar opleiding tot meubelmaker af en heeft zich ingeschreven voor de Enkhuizer Zeevaartschool. Want naast haar baan wil ze ook blijven schipperen, als het zo uitkomt. Jerke heeft die keuze niet. Na de middelbare school haalde hij zijn vrachtwagenrijbewijs als beroeps-backup, maar een andere opleiding dan de Enkhuizer Zeevaartschool heeft hij niet. Dat hij wilde varen, dat wist hij al als kleine jongen.

Onderhoud

De Nil Desperandum had bij de aankoop buitenom wat achterstallig onderhoud. ‘Dat was het enige voordeel van de coronaperiode: we hadden opeens tijd het schip buitenom weer helemaal netjes te maken. En dat was fijn, want het schip verdient het om er netjes uit te zien. Dat wil je ook voor de gasten. Ik heb veel trouwe klanten die al jaren met de Nil Desperandum varen. Die komen tegenwoordig weer met bewonderende blikken aan boord.’
Dus gaf Van As de zwaarden een complete refit, en het jaar daarop nam hij het grondtakel onder handen; de ankerlier werd gereviseerd en alles werd roestvrij gemaakt.
Aan het interieur viel minder te doen. Alles is schoon en netjes. Van As heeft wel plannen, maar die zijn toekomstmuziek. Eerst moet hij de investeringen van afgelopen winter er weer uit halen.

Rondhouten vernieuwd

‘Toen de tussentijdse keuring van de tuigage werd aangekondigd, vond ik dat wel prima. De Nil Desperandum heeft geen heel bijzondere dingen. En met mijn drie masten is de tuigage ook heel behapbaar. Je kunt gemakkelijk een zeil weghalen als het hard gaat waaien. Ik heb geen extreem lange gieken en hoef ook geen halfwinder van honderden vierkante meters te voeren. Maar het tuig was wel oud. Ik besteedde elk jaar wel zo’n 5000 euro aan zeilreparaties. De meeste zeilen waren echt aan vernieuwing toe. En omdat die keuring eraan zat te komen, heb ik meteen mijn rondhouten laten nakijken door de firma Blaauw, hier in Stavoren. Die heeft alle gaffels en gieken voor mij vernieuwd: de gieken van staal en de gaffels van aluminium.’
Toen vervolgens scheepstuiger Auke de Groot de stagen goed bekeek, bleek daar ook wel wat op aan te merken. ‘Er was nog niks aan te zien, maar vervanging zat er wel aan te komen. Toen heb ik besloten alles te vernieuwen. En in mijn overmoed heb ik toen ook de 28 blokken in de masten vernieuwd. Dat zijn Ecoblokken geworden, mooi spul, maar het goedkoopste blok kost al bijna 150 euro, dus dat hakte erin. Intussen ben ik wel 70.000 euro verder. Nu hebben we afgelopen jaar echt een prima omzet gedraaid en gelukkig hebben we er niet voor bij hoeven lenen.’

Verduurzamen

Van As behoort tot de jonge ondernemers die het helemaal zien zitten in de zeilchartervaart. Hij heeft er geen baan naast en besteedt al zijn tijd aan het schip. Met die toewijding lijkt hij wel een beetje op de eerste generatie schippers die ging charteren. ‘Ik heb vroeger veel meegevaren met Cees Dekker van de tjalk Bruinvis. Cees kan prachtig vertellen over zijn schip, en hoe dat schip jou heeft, in plaats van andersom. Dat voel ik precies zo. Ik ben trots dat ik dit schip mag varen en weet zeker dat, als ik er goed voor zorg, het ook voor mij zal zorgen. Zoals ik het nu zie wil ik er oud op worden.’
Dat wil niet zeggen dat Van As geen oog heeft voor andere dingen die het leven de moeite waard maken. ‘Ik heb het goed met Merle, natuurlijk denken we ook aan het stichten van een gezin. En dus zal er ook wel een keer een huisje op de wal bijkomen. Maar ik ben er voor de Nil. Daar moet nog van alles aan gebeuren, want op den duur gaan we toch ook verduurzamen. Mijn ideaal is wel fossielvrij varen, emissieloos. Dat is toch de toekomst.’

Geen kantoor

Om dat te realiseren, zal ook het interieur op de schop moeten, beseft Van As. ‘Als ik bijvoorbeeld elektrisch ga varen, moeten de vloeren eruit om daaronder iets met accu’s te kunnen doen. Dan pas ik net zo lief meteen de hele accommodatie aan, want dan moet je alles toch opnieuw bekabelen. Dan kan ik meteen beter isoleren. En ik wil luxere hutten, met twee bedden en eigen sanitair. Dan moet ik terug in aantal gasten en daar twijfel ik erg over. 24 is ideaal als ik de doelgroep die ik nu heb wil behouden, maar het is de vraag of ik dat erin krijg. 20 zou misschien beter zijn, maar dan moet de prijs erg omhoog. Nu heb ik al af en toe dat gasten de prijsstijging teveel vinden. Terwijl die echt nodig is om de onderneming gezond te houden.’
Van As doet alles zelf, hij vaart niet voor een kantoor. ‘Ik wil zelf ondernemen. Veel collega’s die ik spreek hebben een hekel aan de administratie en marketing. Ik vind dat ook het lastigste, maar alles beter dan aan de leiband van het boekingskantoor hangen. In online marketing ben ik niet zo goed, maar face to face werkt prima. Daarom sta ik ook elk jaar op Boot Düsseldorf. De laatste jaren sta ik er praktisch alleen. De hele bruine vloot laat het daar afweten, ook de grotere kantoren. Dat snap ik, het is ook best een hele opgave om daar negen dagen te staan. Maar voor mij werkt het.’

Nieuwe business-case

Van As beseft dat hij als jonge ondernemer nog veel kan leren. Afgelopen winter volgde hij de ondernemerscursus van de BBZ. Hij hoopt dat hij straks, voor de verduurzaming, bij de pas opgerichte Kredietunie terechtkan. En hij staat ervoor open om dan met meer partijen te gaan samenwerken. In het rapport van de Erfgoedkwartiermakers wordt aanbevolen om verduurzaming samen met anderen op te pakken. Collega’s, en misschien ook wel gemeenten of andere partijen.
Van As: ‘Als ik terugga in aantal gasten, moet ik een heel nieuwe business-case opbouwen. Samen kom je op meer ideeën. Ik ben nu bijvoorbeeld heel tevreden met mijn klanten. Als ik andere ga aantrekken, is het de vraag of die nog wel bij mij passen. En als mijn huidige klanten veel meer moeten gaan betalen, hoe trek ik ze dan over de streep? Dat zijn vragen die ik nu nog niet kan beantwoorden.’

Lees het uitgebreidere artikel in de Schuttevaer (alleen voor abonnees)

Foto: Schipper Jerke van As bij zijn nieuwe zeilen. (©PMF)