Twee noodgevallen op tweemaster op Oostzee
De negenkoppige bemanning van een houten tweemaster op de Oostzee had afgelopen maandag hulp nodig. Varend tussen Fehmarn en Mecklenburg had de schipper een hoofdwond opgelopen, terwijl de machinist giftige motordampen had ingeademd.
De dampen werden veroorzaakt door een storing die ervoor zorgde dat de motor niet kon worden gestart. De schipper van het van origine Deense vissersschip was geraakt door de gaffel van de bezaanmast, maar kon worden verbonden met verband uit de EHBO-kist aan boord. De machinist was er aanzienlijk slechter aan toe.
Rond kwart voor twee ’s middags kwam het alarm binnen bij de DGzRS. Het schip lag ongeveer zes mijl ten noordwesten van de vuurtoren van Bastorf. Vanuit Kühlingsborn ging de reddingboot Wilma Sikorski op weg, vanuit Warnemünde de reddingskruiser Arkona. De Wilma Sikorski kwam als eerste langszij waarop een redder met medische achtergrond de verzorging van de machinist op zich nam.
De man verkeerde in shock en leed aan zeeziekte. Na toediening van zuurstof stabiliseerde hij. Vanwege de zware deining werd besloten de man niet over te zetten en hem aan boord van de kotter te blijven verzorgen. De Arkona sleepte de kotter vervolgens naar Kühlingsborn waar de patiënt naar het ziekenhuis werd vervoerd. De schipper bleef aan boord.
Lees dit artikel van Willem de Niet op de bron: Weekblad Schuttevaer (alleen voor abonnees).
Beeld: © Seenotretter-DGzRS